Op verschillende plaatsen zijn groepen burgers concreet aan de slag met het realiseren van sociale coöperaties. Dat gaat niet vanzelf. Zeker niet voor mensen die voor hun bestaan aangewezen zijn op systemen van sociale zekerheid.
Er is nog weinig vastgelegd over het beleid dat gemeenten kunnen voeren ten aanzien van parttime ondernemerschap. Enerzijds is dat lastig: waar kun je als gemeente naar verwijzen of op terugvallen? Anderzijds is het gunstig: de gemeente kan eigen beleidskeuzes maken en eigen voorwaarden ontwikkelen. Essentieel is daarbij de vraag of initiatieven rond sociale coöperaties gezien worden als een aanvullend instrument om mensen (weer) te integreren in de gangbare arbeidsmarkt of juist een instrument om mensen nieuwe, ándere kansen te bieden. Een Bijzonder Statuut kan hierin ondersteuning bieden, lees er hier meer over.
Of mensen die kansen krijgen hangt af van de mensen zelf en van de vraag hoe ‘hun’ lokale overheid omgaat met regels en doelstellingen in hun gemeente. Om deze vragen goed te beantwoorden is een nieuw kijk op bestaande regels, normen en waarden nodig, bijvoorbeeld over ondernemerschap, of mensen mogen bijverdienen bij een uitkering en over concurrentievervalsing.
Hier een snapshot voor een nieuwe kijk op deze thema’s.
Klik op het onderwerp voor open en dichtklikken van de snapshot
Parttime ondernemerschap
Bij het maken van regels voor het parttime ondernemerschap kunnen de bestaande regels van de overheid als vertrekpunt worden genomen of de levende alledaagse werkelijkheid van betrokken uitkeringsgerechtigden. De Bbz-regeling zet in op volledig ondernemerschap en de bijstandswet is vooral gericht op uitstroom via werk in loondienst. Met parttime ondernemerschap ontstaat een kansrijke tussenruimte om een aantal grote uitdagingen aan te pakken zoals:
- ontoereikend inkomen uit arbeid aan te vullen;
- minder uitkeringen te betalen;
- kansen op volledige uitstroom als zelfstandige of in loondienst te vergroten.
In de beleidsnotitie gaan we verder in op parttime ondernemerschap.
Het begrip ondernemerschap
Als het gaat om mensen met een (gedeeltelijke) uitkering laten overheden zich doorgaans leiden door maar één aspect van ondernemerschap: ‘handelen voor eigen rekening en risico’. Uitkeringsgerechtigden worden geholpen om zo snel mogelijk hun eigen broek op te houden en aan het werk te zijn voor eigen rekening en risico. Niet het volledig begrip van ondernemerschap is leidend, maar de kaders van de participatiewet en het daarin vervatte hoofddoel van economische zelfstandigheid. Maar ondernemerschap omvat veel meer zoals ‘handelen onder eigen verantwoordelijkheid en naar eigen inzicht’. In de beleidsnotitie gaan we dieper in op het begrip ‘ondernemerschap’.
Concurrentievervalsing
Een van de vraagstukken waar sociale coöperaties mee geconfronteerd worden is het verwijt van concurrentievervalsing. Voor de gemeentelijke overheid vaak een lastig dilemma. Thema’s als arbeidsverdringing en concurrentievervalsing zouden geen standaard afwijzingsgrond moeten zijn, maar een aspect dat meegewogen wordt in de context van de praktische situatie te plaatse. Zo kan een goedkoop buurtrestaurant concurrentievervalsing lijken, maar als dit restaurant bezoekers trekt die vanwege de kosten of sfeer nergens anders zullen gaan eten, komt het in een heel ander daglicht te staan. In de beleidsnotitie bespreken we deze en andere dilemma’s waar de lokale overheid mee te maken kan krijgen.
Download hier de Beleidsnotitie
Sociale coöperatie: anders denken en doen (pdf)